Voor sommige mensen misschien een bekend begrip: de shared taxi. Er staat een taxi klaar op de hoek van een straat, waarvan iedereen weet waar die naartoe zal rijden (naar de stad, naar de markt). Wil je meerijden, leg je een klein bedrag neer, wacht je tot de taxi vol is (vol is hierbij een rekbaar begrip) en stap je weer uit daar waar je moet zijn. Handig en goedkoop.
Wanneer ik taxi zeg, moet je even de voorstelling die je daarvan hebt loslaten. Het is geen APK gekeurde auto met een bordje “taxi” erop en een kilometerteller. Het is een rijdende auto, en daarmee is ook alles gezegd.
Hoe goed de auto rijdt, verschilt. De auto waar we laatst in reden had een record in achterstallig onderhoud. Hij mocht dan ook maar een route (buiten de stad, op een zandpad, zonder al te veel verkeer) afleggen. Toen ik de auto zag staan, dacht ik dat hij bij het autokerkhof hoorde. Maar nee hoor, hij reed.
De autodeuren werden open en dicht gemaakt met een slot dat je normaal gesproken voor toiletdeuren gebruikt. Wanneer iemand in of uit wil stappen moet de auto geparkeerd worden, de chauffeur uitstappen, om de auto heen lopen en van buitenaf de deur open maken diegene uit te laten. Toen de deur aan de kant van de chauffeur opeens openviel, precies toen er een rij tegenliggers aankwam, verstonden we zoiets als “Oeps” in het Afrikaans.
Maar we hebben het overleefd en het leverde een leuke foto van Cardy op, die mij doet denken aan een foto die we in de zweefmolen hebben gemaakt. In Afrika zijn de normaalste dingen een avontuur.
Nog een paar leuke Afrikaanse auto weetjes:
- Rivieren en vijvers kunnen gebruikt worden als autowasstraat
- De greppel/riolering langs de straat kan gebruikt worden als brug voor auto montage
- Je kunt benzine besparen door de motor af te zetten wanneer je bergafwaarts rolt